In de tijd dat Daniël en de anderen in opleiding waren, sterft Nabopolassar en wordt
Nebukadnessar alleenheerser. In zijn 2e jaar als alleenheerser, toen Daniël al vier of
vijf jaar in Babel vertoefde, had Nebukadnessar dromen (hij had er meerdere, hoewel er
maar één verder aan de orde komt!), waarvan hij wist of vermoedde, dat hij er van
hogerhand een boodschap door ontving.
Dromen zijn gewoonlijk de onderbewuste verwerking van gebeurtenissen in ons leven.
Zo waarschuwt Salomo ons om ons niet teveel aan dromen en ijdele woorden over te
geven
(Prediker 5:6).
Anderzijds komt het in de Bijbel ook meerdere keren voor, dat God spreekt door
dromen: denk aan Abimelech, koning van Gerar (Genesis 20), Jakob (Genesis 31), Jozef,
de schenker en de bakker, Farao, Salomo. Het is één van de middelen waarvan God
zich bedient om zijn wil bekend te maken
(Numeri 12:6;
Joël 2:28;
Job 33:14-18).
Er zijn geen regels uit de Bijbel af te leiden hoe je nu kunt weten of een droom
van God komt of alleen maar uit je onderbewuste. Voor een aantal personen in de
Bijbel was dat geen vraag. Hun droom was niet een verward beeld, maar God sprak
duidelijk tot hen en Hij openbaarde Zich precies zoals we Hem uit andere bronnen
kennen. Anderen hadden een uitlegger nodig, zoals de schenker en de bakker, Farao
en Nebukadnessar. De uitleggers zijn steeds mensen die met God leven, mensen van wie
erkend wordt, dat de Geest van God in hen woont
(Genesis 41:38)
en dat zij Gods stem verstaan
(Daniël 2:47;
Daniël 4:8,9).
Voor ons is dat een aanduiding, dat als onze dromen ons al iets te zeggen hebben,
dat in overeenstemming met Gods Woord zal moeten zijn.
Daniël 2:16-23: Innerlijke rust en onrust
De droom van Nebukadnessar vond z'n oorsprong in zijn innerlijke onrust over de
toekomst, met name die van zijn rijk (v. 29). Hij bevindt zich in een
wespennest. Hij kan niemand vertrouwen, zich tegen niemand uitspreken. Zijn onrust
onmacht wordt vertaald in boosheid.
Maar ondertussen zijn er nog meer mensen onrustig - en met reden: de Chaldeeën,
de wijzen van Babel en de raadgevers van de koning. Hun onrust wordt vertaald in
verwijten: "Het ligt niet aan ons, maar aan de onredelijke eisen van de koning".
Ook Daniël heeft reden om onrustig te zijn, want ook zijn leven en dat van zijn
vrienden staat op het spel.
Maar hij reageert totaal verschillend: in alle rust vraagt hij wat er aan de hand
is, vraagt hij enige tijd uitstel en neemt hij tijd om met de vrienden te bidden.
Gebed is een wapen als het niet incidenteel gebruikt wordt. In hoofdstuk 6 lezen
we dat Daniël de gewoonte had om 3 maal per dag te bidden. De visioenen die
hijzelf ontving, waren alle in antwoord op gebed. Ook de uitleggingen van de
dromen van de koning werden verkregen op gebed.
Bij Daniëls dankgebed gaat het niet om de oplossing van Daniëls probleem, maar om
het feit, dat God zijn wil bekend gemaakt heeft.
Gebed geeft rust, ook al geeft God geen antwoord. Sterke voorbeelden daarvan
zien we in hoofdstuk 3 (de vurige oven) en hoofdstuk 6 (Daniël in de leeuwenkuil).
Daniël geeft een korte beschrijving van de droom van Nebukadnessar: een enorm
beeld, gemaakt van diverse materialen, dat in één keer wordt verwoest als het
geraakt wordt door een steen, die vervolgens uitgroeit tot een berg die de gehele
aarde bedekt
De uitlegging van de droom 2:37-44
2:37,38
Het gouden hoofd van het beeld stelt Nebukadnessar en/of
het Babylonische rijk voor. God heeft de wereldheerschappij gegeven aan dat
koninkrijk en en die gelegd in de hand van de koning.
2:39
Na verloop van tijd zal de heerschappij over de aarde aan
een ander koninkrijk gegeven worden, dat het op zijn beurt weer zal moeten afstaan
aan een volgend rijk. Later in het boek Daniël lezen we, dat dit het rijk van de
Meden en Perzen zal zijn (Daniël 8:20), dat tenslotte zelf onderworpen wordt door
Griekenland (Daniël 8:21).
2:40
Uiteindelijk komt er een vierde rijk, gewelddadiger dan
de voorgaande. Het lijkt aannemelijk te denken aan het Romeinse Rijk, dat immers
de heerschappij over Jeruzalem van de voorgaande rijken heeft overgenomen.
2:41
Tenslotte zien we "ijzer vermengd met leem". Er komt
een eind aan het gewelddadige en verwoestende koninkrijk, maar het lijkt op de
één of andere manier voort te bestaan. Dit zou een aanduiding kunnen zijn van
wat er na de val van Rome gebeurde. De overkoepelende politieke en militaire
macht verdween, maar toch blijft de invloed van Rome sterk aanwezig: door de
(roomse) kerk, door de wetenschappelijke taal (Latijn), terwijl de eeuwen door
gepoogd is om het Romeinse rijk te doen herleven.
Sommigen zien de tegenwoordige inspanningen om tot één Europa te komen als een
herleven van een oud ideaal, dat door Daniël aangeduid wordt als: "Ze zullen zich
door huwelijksgemeenschap vermengen, maar geen samenhangend geheel vormen".
2:44
In de dagen van die koningen komt Gods koninkrijk. Let erop
dat het hele beeld verwoest wordt. Ook dit is een aanduiding, dat in de eindtijd,
direct voorafgaand aan de wederkomt van Jezus, er een eenheidsstreven is, waarbij
tenminste de landen betrokken zijn, die voorheen tot de voorgaande koninkrijken
behoord hebben.
Wat wil God zeggen door de profetie?
Wees bescheiden
De profetie leert ons bescheidenheid. Nebukadnessar mocht dan wel uitgebeeld worden
door een gouden hoofd en heerschappij hebben over alles wat op aarde leeft, toch
hoeft hij zich niet verheven te voelen, want uiteindelijk heeft God hem een positie
en taak gegeven.
God heeft het laatste woord.
De gebeurtenissen en machtswisselingen op aarde zijn voor de Israëlieten dikwijls
angstaanjagend geweest. De machthebbers doen maar en het gewone volk is het
slachtoffer. Maar de droom van Nebukadnessar toont, dat uiteindelijk God het
laatste woord heeft en ook de machthebbers ter verantwoording roept. Dat is zowel
troost (voor de gelovigen) als waarschuwing (voor de ongelovigen en
machthebbers).